|
|
|
|
Aplidium glabrum in een kolonie vormende zakpijp, die stevige sponsachtige massa's vormt. De kolonie is vrij rond van vorm en voelt erg glad aan.
|
De kolonies bereiken afmetingen tot zo'n 10 cm in doorsnede
|
Half doorschijnend geelroze, soms ook met een blauwe glans.
|
Kan zowel in de Grevelingen als in de Oosterschelde worden aangetroffen en hecht zich altijd op een stevige ondergrond.
|
Sinds 1977 in Nederland waargenomen en inmiddels een algemene verschijning geworden in heel Zeeland.
|
Een zakpijp begint zijn leven als zakvisje en in deze fase heeft het diertje buiten een hersenblaasje en een zenuwstelsel, ook een soort van ruggemerg. De staart met de neurale buis en het ruggemerg verdwijnen wanneer het zakvisje zich ergens heeft vastgehecht.
|
Noord Atlantiche OceaanNoordzeeOosterscheldeGrevelingen |
Mat Vestjens
|
Mat Vestjens
|
Mat Vestjens
|
|
|