|
|
|
|
Jonge sieren leven bij de kust. Oudere dieren trekken naar dieper water, waar ze in grote scholen leven. Bij wrakken tref je vaak grote scholen aan. Behoort tot de kabeljauwachtigen en heeft een duidelijke kindraad.
|
Aan de kust meestal 15 tot 30 cm. Maximaal 45 cm.
|
Beigebruin met lichte verticale banden.
|
Jonge dieren leven op de bodem. Oudere dieren in dieper water, echter in de nabijheid van beschutting.
|
Noord oostelijke Atlantische oceaan, Middellandse zee en Noordzee.
|
Jonge dieren kunnen verwisseld worden met de dwergbolk doordat de banden nauwelijks zichtbaar zijn. Deze laatste heeft echter in verhouding veel grotere ogen.
|
NoordzeeOosterscheldeGrevelingenMiddellandse ZeeNoord Atlantiche Oceaan |
Duncan van Vliet
|
Mat Vestjens
|
Mat Vestjens
|
|
|